U bent hier

Onverschilligheid

afbeelding van Elze

On­ver­schil­lig­heid is niet warm of koud er­gens van wor­den. Goed en kwaad be­staat niet, net zomin als waar­heid en leu­gen. On­ver­schil­li­gen sche­ren alles over één kam. Het zijn niets­is­ten, ook wel ni­hi­lis­ten genoemd. Niets doet er toe. Behalve zij­zelf.
On­ver­schil­lig­heid is wat an­ders dan fa­ta­lis­me en apa­thie. Deze laat­ste twee voe­len zich niet te­gen de om­stan­dig­he­den op­ge­was­sen en zeg­gen ver­vol­gens: 'wat maakt het uit, of ik nou door de kat of de hond ge­be­ten wordt. Of door God of de duivel te gra­zen ge­no­men, ge­weld­da­dig en dic­ta­to­ri­aal blijft het toch'.
On­ver­schil­li­gen zien dat an­ders. Die voe­len zich niet fa­ta­list­isch of apa­thisch. Die wil­len al­leen maar doen wat ze zelf wil­len en daar zo veel mo­ge­lijk voor­deel uit ha­len. Wat een an­der doet of over­komt inte­res­seert hun niet.  Net zo­min als wat hun ge­drag voor ge­vol­gen heeft. In­te­gen­deel, hoe mi­se­ra­be­ler een an­der het heeft hoe god­de­lij­ker zij zich voe­len.