U bent hier

2.1.2. Het recht op zelfbeschikking

afbeelding van Elze

Ieder mens is een zygotische identiteit die [net als een baby] pas kan opstarten en functio­ner­en als het over de juiste informatie, kennis, middelen en mogelijkheden beschikt. Over de mogelijk­heid om met middelen als een com­mu­ni­ca­tie-, re­gi­stra­tie-, samenwerkings- en af­stem­mings­sys­teem informatie en kennis met an­de­re [sub]-identiteiten uit te wisselen. Om een nieuwko­mer in de fami­lie de benodigde manoeuvreerruim­te te kunnen geven, zullen de be­staande familie­le­den een stuk­je moeten opschuiven en hun extrinsieke posi­tie opnieuw moeten afba­kenen. Ofte­wel, we moe­ten de extrinsieke ruimte re­gel­ma­tig op­nieuw indelen en afbakenen. Als we fysiek en/of mentaal te dichtbij komen kun­nen we agressie van een ander verwachten om­dat we op zijn of haar territorium komen en als we fysiek en/of mentaal te ver van een ander af gaan staan lopen wij en/of die ander meer kans op ontwik­ke­lings­stoor­nis­sen als gevolg van te wei­nig ont­plooiings­moge­lijk­heden op sen­so-motorisch ge­bied. Met als gevolg meer risico om geheel of gedeeltelijk de contro­le over ons eigen intrinsieke bestu­rings­sy­steem te verliezen en meer kans om over­mees­terd te worden door agressieve be­stu­rings­sys­temen die ons in­trin­sie­ke be­stu­rings­sys­teem willen overnemen cq. ver­nie­tigen om on­ze plaats als deelsysteem in het ex­trin­sieke be­stu­rings­systeem te kunnen toe-eigenen.

Ieder individueel, familiair, organisatorisch en maatschappelijk be­stu­rings­systeem moet vol­doen­de informatie hebben om het zelfbe­stuur zo te regelen dat be­stu­rings- en co­ördinatie­sy­stemen recht­vaar­di­g worden verdeeld en voldoende mentale en fysieke ruim­te bieden aan de deel­sys­te­men.

Iedere identiteit heeft een eigen besturingssysteem.... dat vraagt om zelfbestuur. Daarom wordt ie­de­re identiteit geacht deze van jongs af aan zelf intrinsiek te leren besturen en zelf ex­trinsiek te le­ren navi­ge­ren en recht­vaar­di­g af te stem­men op al die an­dere lokale en in­ter­lo­ka­le bestuur­ders in de wereld.

Ieder mens heeft het zelfbeschikkingsrecht over zijn of haar eigen mentale en fysieke be­stu­rings­sy­steem, mits op rechtvaardige, zichzelf en anderen niet beschadigende wijze a­f­stem­mend op an­deren.