Nederland is niet alleen een handelsland die haar koloniale geschiedenisboek van piraterij en slavernij krampachtig gesloten houdt omdat het taboe is de vuile was buiten te hangen, zij heeft ook al eeuwenlang een calvinistische historie. Om te begrijpen hoe je in godsnaam de vrije markt van piraterij en slavernij gewetensvol aan elkaar kunt puzzelen volgt hier een verhaaltje... of twee. We gaan terug naar de oudheid. Naar het begin van de morele evolutie. Naar een 'goddelijk' bestaan. En de duivelse gevolgen daarvan.
Met andere woorden, dit boek gaat over verduiveld goddelijke ouders in een paradijselijke omgeving. Ouders die een kinderlijke hulp willen die bij hen past. Die elkaar bestrijden op leven en dood. Met hulp van nazaten die zich over de hele wereld hebben verspreid. Die overal een paradijsje stichten. Die in conflict raken met anderen die dat ook willen. Die elkaar bestrijden op leven en dood. Met menselijk kapitaal en materiële poen. Met verduiveld goddelijke [voor]ouders die hetzelfde deden. En doen.
Oftewel, dit boek gaat over goed en kwaad. Over rechtvaardig zijn temidden van zichzelf en elkaar narcistisch vergoddelijkende familieleden die critici verduiveld kwaadaardig bestrijden. Die van de boom des levens een hiërarchische narcistenboom hebben gemaakt. en van de boom der kennis 'een narcist-is-goed-en-een-criticus-is-kwaad'. Met verduiveld goddelijk strijdende narcistenouders aan kop.