U bent hier

4-Fasentheorie

afbeelding van Elze

De evolutie van een leven is als een onbekende levensweg die vanaf het ontstaan tot het einde volgens bepaalde patronen verloopt.
Biologisch gezien spreken we van levenscycli, belevingsmatig gezien van levensfasen.
De levensfasen typeren we, heel gobaal gezien, doorgaans als jeugd, volwassenheid en ouderdom. Elke fase heeft mentaal, fysiek en maatschappelijk gezien zo zijn eigen ken­mer­ken en ontwikkelingen.

Er zijn in de loop der tijd allerhande benamingen en indelingen voor de levensfasen bedacht door deze en gene. Zeer bekend zijn de 8 fasen [5 jeugdfasen en 3 volwassen fasen] van Erik Erikson, een Duits-Amerikaanse psychoanalyticus, gespecialiseerd in ontwikkelingspsychologie. [Zie hier voor meer informatie].

Nadat ik, naar aanleiding van de geboorte van mijn eerste kind [1984], diverse lite­ra­tuur hierover had bestudeerd, heb ik - al observerende, analyserende en combineren­de - gelei­de­lijk aan mijn eigen theorie ontwikkeld.

Ik kwam uit op vier basisfa­sen van 4x9 maanden in de eerste drie levensjaren, die in latere ja­ren pe­ri­o­diek worden herhaald.
Mijn hypothese is dat het rationele en emotio­ne­le le­ven van een mens evolueert aan de hand van de ontwikkeling van vier fa­sen van negen maan­den.
Deze vier fasen [die een herhaling zijn van de ne­gen maanden voor de geboorte] spelen zich intrinsiek af in ieder individu en extrinsiek, als on­der­deel van een familie/­groep in de kleine ­we­reld thuis en de grote wereld daar­buiten.
In deze vier basisfasen komen al­ler­hande in­di­vi­du­ele, so­ci­a­le, ver­ant­woor­de­lij­ke en zelf­stan­di­ge ontwikkelingen aan de orde, op het gebied van willen, kunnen, doen en zijn.

Dit zelfde verschijnsel zie ik op grotere schaal terugkomen. In de vorm van 4x3 pe­rio­des die samen de kinderjaren vormen [0-12].

Te weten:

  1. baby&peuterperiode [0-3],
  2. kleu­ter­pe­riode 3-6],
  3. schoolperiode [6-9] en
  4. prepubertijdperiode [9-12].

Dit eerste [basisvormende] stadium van 12 jaar wordt daarna herhaald in de

  • prevol­was­sen jaren [puber/­adolenscentie stadium] [12-24],
  • volwassen jaren [24-36] en
  • post­vol­wassen jaren [36-48].

Deze 4x12 stadia vormen samen de eerste levenscyclus waar allerhande nieuwe kennis en ervaringen in ons fysieke systeem zijn vastgelegd.
Deze cyclus wordt de volgende 4x12 jaar herhaald in respectievelijk het

  • senioren [48-60],
  • postsenioren [60-72],
  • ouderen [72-84] en
  • postouderen stadium [84-96].

En dan begint alles weer van voren af aan; met een nieuwe cyclus, nieuwe stadia, nieuwe periodes en nieuwe fasen.

Deze theorie is de basis geworden voor al mijn schrijverij.
Verdere uitleg en toelichting hierover volgt op een later tijdstip.
Vooralsnog vind je verderop in dit document alleen de oorspronkelijke tekst en schema's uit de 80er jaren.