Jong geleerd, oud gedaan. Het gezin is een maatschappij in het klein. Daar zie je wat mensen willen. Daar leer je kritiek te ontvangen als je geen rekening houdt met de wil van anderen. Daar leer je te protesteren en kritiek te geven als iemand zijn of haar wil wil doordrukken ten koste van jouw en/of anderen. Daar leer je afstand te nemen en grenzen te stellen als anderen geen rekening houden met dat wat jij en/of anderen willen. Daar leer je laveren tussen jouw wil en die van anderen. Leer je afwegen wat rechtvaardig en onrechtvaardig willen is. Leer je hoe je jouw wil rechtvaardig afstemt op dat van anderen. Leer je hoe je dat wat je wil in praktijk moet brengen. En wat de gevolgen ervan zijn. Maar wat leer je dan? En hoe?
Dit boek neemt je mee langs hiërarchische en humanistische paden. Laat je kijken door de ogen van hiërarchische en humanistische vaders en moeders. Laat je zien wat een hiërarchisch en humanistisch opgevoed kind aan opvattingen, kansen en voorbeelden meekrijgt. En wat de positieve en negatieve gevolgen daarvan zijn als je volwassen bent. Volwassen worden betekent immers eigen keuzes maken. Als de familie haar taak volbracht heeft is het aan de jongere om zijn of haar eigen leven vorm te geven. Vraag is echter, kun je dat wel. In hoeverre heb je geleerd zelf na te denken, eigen verwachtingen te ontwikkelen, eigen keuzes te maken en zelf gekozen capaciteiten te ontplooien. In hoeverre heb je geleerd onderscheid te maken tussen jouwzelf en anderen. In hoeverre kun je afstand nemen van de onrechtvaardige verwachtingen van jezelf en anderen. In hoeverre heb je geleerd kritisch te zijn?
Met andere woorden, dit boek gaat over de vraag in hoeverre je geleerd hebt je eigen persoonlijkheid gestalte te geven zoals jij dat verkiest. Hoe redelijk ben je, hoe redelijk zijn je familieleden en hoe stem je dat af.