Wie heeft ze niet: dromen. Dromen over een mooie, vredelievende toekomst. Over een wereld zonder haat en nijd. Zonder oorlog en strijd. Zonder armoede en dictatuur. Wie droomt er niet van een wereld waarin mensen elkaar respecteren en waarderen. Waarin iedereen zich vrij kan ontplooien en men elkaar – waar nodig – helpt om onze eigen boontjes te doppen. Om onze eigen levensweg uit te stippelen. Om onze zelf gekozen bijdrage te leveren aan het rechtvaardig in stand houden van onszelf, elkaar en de aarde waarop we leven. Zonder rijken die een tweedeling [willen] veroorzaken. Zonder politieke machthebbers die – met alle geweld – alles beter willen weten, kunnen en doen, alles voor zichzelf willen en alles opeisen maar niets [willen] geven. Zonder patriarchale en matriarchale ouders die zichzelf en elkaar vergoddelijken aan de ene kant en kinderlijke slaven en slavinnen die daar verduveld kwaad over zijn aan de andere. Zonder armen en kinderen die zich laten verleiden om geweld met geweld te bestrijden.
De narcistisch conformerende rijke, patriarchale en matriarchale machthebbers in de familie-maatschappij.
Opdat – als een goddelijke drie-eenheid – Adamitische vaders nog goddelijker, Abramitische zoons nog machtiger en Saraitische moeders nog meer kunnen 'verdienen' aan verduiveld kwaadaardig oorlogstuig, oorlogsvoering en herstelwerkzaamheden ten behoeve van zichzelf vergoddelijkende narcist-en-vaders. Opdat die verduiveld kwaadaardig verslaafd uitgebuiten nog armer, machtelozer en wanhopiger van al die uitzichtloze posities op zoek gaan naar goddelijk patriarchische genade. Opdat de tweedeling nog groter wordt. Zodat de politieke machthebbers nog meer reden zien om armen goddelijk gewelddadig te minachten en uit te buiten, nog meer reden zien om de rijken te helpen om hun rijkdom te behouden en te vergroten en daarmee patriarchale en matriarchale ouders een nog goddelijker dicterende positie te geven. Op straffe van hel en verdoemenis als die verlamd van angst verarmde vrouwen en kinderen niet doen wat de goddelijk machtige rijken der aarde hebben bedacht.
De werkelijkheid blijkt voor velen van ons een regelrechte nachtmerrie. Een nachtmerrie waar we maar niet uit lijken te komen als met trojaanse spelletjes en revolutionair geweld. Die tot ons grote verdriet en ergernis onze levensweg lijkt te bepalen.
Aan de hand van een paar dromen gaat dit boek op zoek naar de mogelijkheden om de obstakels – die ons belemmerden en/of nog steeds belemmeren om onze levensweg uit te stippelen zoals wij dat willen - te omzeilen of, zonder trojaanse trucjes of revolutionair geweld, op rechtvaardige wijze uit de weg te ruimen. Met andere woorden, dit boek brengt ons terug bij het kind in onszelf, naar de start van ons leven en geeft ons een paar simpele handgrepen om onze levensfilm opnieuw af te spelen, zonder overspoeld te raken door de negatieve emoties die de goddelijk machtige rijken steeds weer bij ons [willen] oproepen, teweegbrengen en verwachten.