Naar verluidt overweegt PvdA-leider Bos minister van Financiën te worden en vice-premier en voelt CU-leider Rouvoet ervoor om minister te worden van Jeugdzaken', aldus Nos teletekst. En op Nu.nl lees ik: “Rouvoet staat in de ChristenUnie onder druk om fractievoorzitter in de Tweede Kamer te blijven, aldus zijn woordvoerder'.
Zegt de grote leider tegen de leiders van zijn kleine en grotere vijand: 'laten we samenwerken. De volgers dienen. Samen staan we sterk tegenover de grote leiders en hun volgers'. En de leiders overlegden met hun volgers. En de volgers lieten zich overtuigen door hun leiders. En zo geschiede. De kleine en grotere leider zijn verrukt. Ze voelen zich belangrijk. Net als hun naaste volgers. En iedere keer als er beslissingen moeten worden genomen waar ze het niet mee eens zijn weet de grote leider hen weer te overtuigen van het belang van een goede samenwerking. Die weten vervolgens hun volgers weer te overtuigen van het belang. Dat je niet alles kunt krijgen wat je wil. dat je moet samenwerken. Dat dit in het belang is van het volk. En zachtjes morrend geven ze toe. Want ze hebben geen leider meer. Hun nieuwe leider is immers een volger die de echte leider vervangt. Een volger die in het kader van zijn nieuw verworven leiderschap het belang van samenwerking helemaal onderschrijft.
Ondertussen is de grote leider achter hun rug om druk doende om alles zoveel mogelijk naar zijn hand te zetten. Hij omringt de grotere en kleine leider met alle egards. Ze smaken het zoet van de macht. Als ze geleidelijk aan helemaal verrukt geraakt zijn van hun macht komt hij met een nieuw voorstel. 'Laten we samenwerken met kleine en grotere vijanden. Samen staan we sterk tegenover de grote leiders en hun volgers'. En de kleine en grotere leiders knikken. En weer stemmen de nieuwe leiders en hun volgers in. En het spel begint van voren af aan. De kleine en grotere leider voelen zich steeds belangrijker worden. Net als de nieuwe leiders en hun naaste volgers. En steeds vaker nemen ze besluiten met het oog op de steeds grotere groep volgers. Volgers die elkaars vijanden waren, die vrienden geworden zijn. En iedereen lijkt tevreden. De naaste volgers vereren hun leiders die zoveel zoet voor hun hebben veroverd. De principes zijn naar de achtergrond geschoven. Waar ze eens tegen waren, vinden ze nu volkomen achterhaald of 'het kan niet anders'. Ze moeten immers een veel grotere groep volgers tevreden zien te stellen. Een groep met veel tegenstellingen.
'Het kan niet anders', praten ze hun oude vijand na. Hun rechtvaardigheidsgevoel lijkt steeds sneller bevredigd. Steeds vaker hebben ze geen zin om grondig na te denken over wat nu rechtvaardig is en wat niet. Ze moeten immers heel veel verschillende typen volgers tevreden zien te stellen. Ze regeren immers met hun toestemming. Ze kunnen alleen doorgaan als ze de volgers tevreden kunnen stellen. Volgers van allerlei kunne en allerlei slag. Met heel veel verschillende belangen. Meer en meer groeien de morrende volgers hun boven het hoofd. Ze worden moe en prikkelbaar. 'Nou niet meer zeuren'. Ze luisteren alleen nog naar de oude en nieuwe leiders en hun directe volgers. 'Hoe hebben jullie dat aangepakt, wij worden gek van dat gezeur'. De grote leiders weten wel raad. 'Hard aanpakken dan doen ze vanzelf wat je zegt', zeggen ze met grote zekerheid. De kleine en grote leider beginnen geleidelijk aan een andere toon aan te slaan. Alleen tegen hun naaste volgers blijven ze voorzichtig. Dat is immers hun rugdekking. Heel langzaam beginnen zich weer verschillen af te tekenen. Hoe meer volgers zich ontevreden roeren, des te meer iedere leider weer op honk terugkrabbelt. Op zoek naar steun bij hun oude, vertrouwde achterban. Voor raad. Maar ook die is teleurgesteld. De leider heeft immers niet voor elkaar gekregen wat ze beoogden. Veel volgers zijn dan ook weggelopen. Naar de oude vijand die onder leiding van de grote leider vriend geworden was. De volgers hebben zich opnieuw gegroepeerd. Hebben nieuwe leiders gekozen. En massaal roepen ze dat die hun moet dienen. En zo begint alles weer van voren af aan. Allleen de oude leiders groepen nog bij elkaar. Morrend dat het niet zo gelopen is als ze gewild hadden, maar tevreden met hun bereikte macht en aanzien. En terwijl ze hun rijkgevulde biezen pakken om ver weg van al die armlastige volgers van een zonnige oude dag te genieten, zeggen de kleine en grote leider, in de wetenschap dat ook nieuwe leiders veel van hen aan hun lot zal overlaten: 'je kunt nou eenmaal niet iedereen tevreden stellen, we hebben het verdiend. We hebben er hard voor gewerkt'. En de grote oude leider? De lacht in stilte. Samen met zijn naaste, succesvolle volgers blikt hij tevreden op zijn leven terug. Hoe was het ook al weer? 'Maken jullie je handen ook maar eens vuil'. Want wat de grootste leider moet, moet de rest ook nietwaar. Eerlijk is eerlijk. Alleen, wie is nou de grootste leider?