Een familie is een verzameling identiteiten die door voortplanting en/of samenleving, genetisch en/of bestuurlijk in een bepaalde mate op elkaar zijn afgestemd en als zodanig samen één familie-identiteit gezicht laten zien. De verbondenheid van deze verzameling identiteiten wordt bepaald door de vrije ruimte die iedere identiteit tot de beschikking heeft om op rechtvaardige wijze zijn of haar eigen besturingssysteem te ontwikkelen.
De verbondenheid neemt af naarmate de vrije besturingsruimte kleiner is en/of de vrije zelfbesturingsruimte onrechtvaardig is verdeeld in het voordeel van de ene identiteit en groep en het nadeel van die van anderen. Een onredelijk verdeelde besturingsruimte, waarbij de ene identiteit en groep [neutrinaal] veel en de andere [atomair] weinig te verdelen heeft en [moleculair] gedwongen wordt om deze onredelijke verdeling in [atomair-moleculair] verbonden stand te houden, leidt tot [organis-(me)-erende] schijnverbondenheid en beschadigend (zelf)bestuur.
De verbondenheid neemt selectief toe naar die [humane] identiteiten en groepen die moeite doen om op rechtvaardige wijze andere identiteiten te ondersteunen en coachen, in hun pogingen tot een eerlijke verdeling van vrije ruimte en zelfbestuur, en op niet-beschadigend assertieve wijze grenzen stellen aan beschadigend (zelf-)bestuur.