U bent hier

1.1. Huisvesting

afbeelding van Elze
Uitgangspunt: 

De VN/overheid is de door burgers aangewezen verantwoordelijke om er zorg voor te dragen dat ieder mens veilig en geriefelijk onderdak heeft en de woningmarkt wordt omgevormd tot een huur-koop-woning-op-maat.

afbeelding van Elze

1.1.1. Onderdak

Ieder mens/identiteit heeft recht op een veilig en geriefelijk onderdak in zichzelf en in de we­reld.

Ieder kinderlijk en volwassen mens moet veilig kunnen denken, voelen en func­tio­ne­ren in zich­zelf en in het huis waar hij of zij woont, zonder gevaar over­scha­duwd te worden door an­de­ren.

Iedere volwassene heeft vanaf 18 jaar recht op een eigen woning.

Een woning bestaat minimaal uit een woonkamer, slaapkamer, keuken, badkamer en schuur.

afbeelding van Elze

1.1.2. Woningvoorziening

De lokale, nationale en internationale overheid/VN is als door de burgers aangewezen dienst­verlener ver­ant­woor­de­lijk dat ie­der­een een dak boven zijn hoofd heeft.

Dak- en thuislozen moeten onmiddellijk passende woonruimte aangeboden krijgen [zie 4.2.2/2, Edward T. Hall].

Bij gebrek aan woonruimte moet de overheid snel en adequaat ingrijpen met snel-klaar-wo­nin­gen, ombou­wen van leegstaande bedrijfsruimtes, e.d.

De overheid/VN maakt perio­diek de stand op van de hoeveelheid woningen en een prognose van de te verwachten stijging of da­ling van de woningbehoefte. Hierbij wordt zowel met huur- en koop­wo­nin­gen rekening gehouden, als met type woonhuis en leefbehoeftes van be­wo­ners.

Koop en huurprijzen worden vastgesteld op basis van oppervlakte, voorzieningen en lig­ging. Ie­der­een kan een wo­ning hu­ren op basis van behoefte [huur-op-maat]. Prijs­ver­ho­gin­gen vinden alleen plaats op basis van inflatie­cor­rec­tie, verbeterde voor­zie­nin­gen en woon­om­ge­ving. Bij ver­min­de­ring van de waarde van de woning en/of woonomgeving vindt een tus­sen­tijdse prijs­ver­la­ging plaats. Voor de lagere in­ko­mens wordt een kor­ting op basis van inkomen berekend. De sociale woningbouw wordt afge­schaft.

Het huren van een woning wordt als een koopaandeel beschou­wd en als zodanig vast­ge­legd. De huurder kan naar gewenst tijdelijk of periodiek meer en sneller af­los­sen. Na vol­le­di­ge aflossing wor­den door de verhuurder administratie en on­der­houds­kos­ten in rekening ge­bracht. Ook deze kun­nen in maandelijkse termijnen worden afgelost. Bij voortijdige verhui­zing krijgt de huurder de reeds be­taal­de huur, na aftrek van de adad­mi­ni­stra­tie en on­der­houds­kos­ten, terug.

Onderdeel: