U bent hier

2.4.4. Samenwerken

afbeelding van Elze
Als je – als individu [met al je onderdelen] en als groep [met alle leden] – intrinsiek wil samenwerken, zul je je doelstellingen, capaciteiten en activiteiten nauwkeurig op elkaar af moeten stemmen. Dit vereist over­een­stem­ming, planning, timing en betrouwbaarheid.
  1. Met een uitgangspunt dat gebaseerd is op rechtvaardigheid en jezelf en anderen niet beschadigen valt aan die voorwaarde te vol­doen. Je kunt immers pas rechtvaardig samenwerken als je als individu en als groep recht­vaar­dig wil zijn, je wil omzet in rechtvaar­dig kunnen en je kunnen omzet in rechtvaardig doen.

  2. Met een egoïstisch uitgangspunt kan dat alleen als het individueel of als groep heel veel voordeel op­le­vert. Zo niet dan houdt een individu het al gauw voor gezien en valt de groep uit elkaar. Met een egoïstisch uit­gangs­punt is 'de meeste voordeel opleveren' dus het meest betrouwbaar. Met als gevolg, zowel intern als extern voort­du­ren­de con­cur­ren­tiestrijd om dat voordeel te behalen, want dat is niet alleen het enige dat egoïsten aan el­kaar bindt, maar ook uit elkaar drijft.

Rechtvaardig en egoïstisch samenwerken:
  1. In een recht­vaar­di­ge, elkaar niet beschadigende wereld heeft ieder individu, groep en werelddeel de kans om de wil, kennis en kunde te ontwikkelen om, op een rechtvaardige, zichzelf en elkaar niet be­scha­di­gen­de wijze, sa­men te wer­ken en samen te leven. Het is aan individuen, groepen, regio's en werelddelen zelf of en in hoe­ver­re ze daar op een rechtvaardige, niet beschadigende manier gebruik van willen maken.

  2. In een egoïstische wereld is het normaal dat iedereen voortdurend strijd levert om het meeste voordeel te behalen. 
     
Pas als keuze, kennis en kunde rechtvaardig samenwerken krijgt de persoonlijke, fa­mi­li­aire, culturele en we­reld­lij­ke identiteit kans op voet aan de grond. Met andere woorden, pas als de intrinsieke wil omgezet wordt in incen­trie­ke kennis en extrin­sie­ke kunde krijgt het individu, de familie, de cultuur en de wereld de excentrieke kans om een eigen, zichzelf en anderen niet beschadigende, identiteit te zijn.

Ieder intrinsiek gemotiveerd individu die, on­ge­acht wat hem of haar wordt aangedaan
  1. roeit met de riemen die hij of zij heeft,
  2. op zichzelf en anderen niet beschadigende wijze blijft denken en doen en communiceren,
  3. anderen, waar nodig, wel waarschuwt maar ze zelf hun afwegingen en keuzes laat maken, en alleen – waar mo­gelijk – ingrijpt bij te voorziene en onvoorziene calamiteiten,
  4. zich met logische en redelijke ar­gu­menten dis­tantieert van al diegenen die on­recht­vaar­dig en be­scha­di­gend ge­drag opeisen en afdwingen,
is een be­trouw­baa­r contactpersoon die – ondanks mogelijke verschillen van inzicht – anderen in hun waarde, denk­pa­tro­nen en leefwijze laat en alleen op zo min mogelijk be­scha­digende wij­ze ingrijpt waar hij/­zij zelf of anderen be­scha­digd dreigen te worden.