U bent hier

4.2.3. Besturende Macht

afbeelding van Elze

Besturende Macht: [uitvoerende macht]. De fe­de­ra­le regering is ver­ant­woor­de­lijk voor het be­stuur van de we­reld, werelddeel, land of regio en de uit­voe­ring van door het par­le­ment ge­ko­zen maat­re­ge­len. Zij legt aan het eind van ieder kwar­taal ver­ant­woor­ding af aan het par­le­ment over de stand van za­ken en be­vin­din­gen. De re­ge­rings­lei­der is zowel de co­ör­di­na­tor van de re­ge­ring als de ver­te­gen­woor­di­ger van de sa­men­le­ving.

Gekozen bestuur & beleid

  1. Voor de nieuwe verkiezingen wordt op grond van de laatste bevindingen [sta­tis­tie­ken, rap­por­ten van di­ver­se or­ga­ni­sa­ties en in­stan­ties, we­ten­schap­pers, in­di­vi­du­en en re­fe­ren­da], de pri­o­ri­tei­ten voor de ko­men­de vier jaar ver­za­meld en na dis­cus­sie en wij­zi­gin­gen in het par­le­ment, vast­ge­steld door twee­derde van het oude par­le­ment.
  2. Na aantreden van een nieuw par­le­ment worden de pri­o­ri­tei­ten voor de ko­men­de vier jaar, zo­als vast­ge­steld door het ou­de par­le­ment, na dis­cus­sie en wij­zi­gin­gen in het par­le­ment, vast­ge­steld door twee­der­de van het nieu­we par­le­ment.
  3. Het fe­de­raal par­le­ment kiest op grond van twee­der­de meer­der­heid, Iedere vier jaar de le­den van de re­ge­ring en de re­ge­rings­lei­der; conform een sol­li­ci­ta­tie­pro­ce­du­re, waar ie­dere bur­ger op kan re­a­ge­ren en die be­han­deld wordt door het ma­na­ge­ment en or­ga­ni­sa­tie­team van het par­le­ment.
  4. Het fe­de­raal par­le­ment kan op grond van resultaten en twee­der­de meer­der­heid be­slui­ten om een of meer leden van de re­ge­ring, in­clu­sief de re­ge­rings­lei­der, dan wel de hele re­ge­ring te ont­slaan en nieuwe leden, regeringsleider of re­gering kie­zen.

Voorwaarden leiderschap

  1. Leiders kunnen alleen gekozen worden. De erfopvolging wordt afgeschaft.
  2. Leiders dienen een eerlijke en open informerende identiteit te hebben en een rechtvaardig samen­bindend ver­mo­gen, die wars is van achterkamertjes- en vriend­jes­politiek.
  3. Leiders worden in de eerste plaats gekozen op basis van integriteit, empathie, eerlijkheid en betrouwbaarheid, in de .tweede plaats op basis van or­ga­ni­sa­tie­ver­mo­gen en coach- en be­stuur­ders­kwa­li­tei­ten. Pas daarna komen vak­be­kwaam­heid, specialismen e.a. zaken aan de orde.
  4. Leiders handelen op basis van hun intrinsieke waarden en visie. Zij praten bekende en onbekende medeburgers niet naar de mond om steun te krijgen, en ma­ken hun op­vat­tin­gen hoe dan ook kenbaar; ook als dat niet ge­waar­deerd wordt en negatieve con­se­quen­ties in­houdt.