U bent hier

4.1. Basisrecht & basisregels

afbeelding van Elze
Uitgangspunt: 

Rechtvaardig zijn is het fundament van de samenleving. Dat betekent eerlijk, on­om­koop­baar en be­trouw­baar zijn. Op deze basis worden de ba­sis­rech­ten: keuzerecht, zelf­be­schik­kings­recht, participatierecht en spreek­recht ge­za­men­lijk als iden­ti­teits­recht ge­fun­deerd. De regelgeving is gebaseerd op de mate van rechtvaardigheid. Hoe ­be­trouw­baarder mens, dier en natuur, hoe minder re­gel­ge­ving er nodig is. Naarmate meer mensen intrinsiek recht­vaar­dig zijn en daar extrinsiek openlijk voor uitkomen – ongeacht de omstandigheden - wordt de wereld meer be­trouw­baar. 

afbeelding van Elze

4.1.1. Basisrechten

Keuzerecht    Op voorwaarde van zichzelf en anderen niet beschadigen heeft ieder indivi­du het recht om eigen keu­zes te maken, openbaren en na te leven. Als on­der­deel van de maatschappij heeft iedere identiteit het recht om cul­tu­re­le en politieke keuzes te maken, mits niet be­scha­di­gend voor zichzelf en anderen. 

Zelfbeschikkingsrecht    Op voorwaarde van zichzelf en anderen niet beschadigen heeft ieder indivi­du het recht op de be­schik­king en zeg­genschap over zichzelf. Als on­der­deel van de maatschappij heeft iedere identiteit het recht op me­de­zeg­gen­schap over gemeenschappelijke belangen, mits niet be­scha­di­gend voor zichzelf en anderen.

Participatierechtrecht    Op voorwaarde van zichzelf en anderen niet beschadigen heeft ieder indivi­du het recht om zo­wel op zelf gekozen [niet-beschadigende] wijze deel te ne­men en bij te dragen aan het in stand hou­den en hu­maan ontwikkelen van de wereld-maatschappij, als anderen – via fa­mi­lie­recht, on­der­wijs­recht, arbeidsrecht en staats­recht - aan te wijzen om namens hem of haar bestuur­lij­ke en/of ondersteunende ta­ken uit te voeren, te con­tro­leren en te handhaven.

Spreekrecht    Op voorwaarde van zichzelf en anderen niet beschadigen heeft ie­der indivi­du het recht om een ei­gen mening te vormen en uit te spreken. Als onderdeel van de maatschappij heeft iedere identiteit het recht op in­spraak over gemeenschappelijke belangen, mits niet beschadigend voor zichzelf en anderen.

Identiteitsrecht    Op voorwaarde van zichzelf en anderen niet beschadigen heeft ieder indivi­du­ het recht om een zelf­gekozen identiteit te zijn met eigen voor­keu­ren en keuzes, zelf gekozen [voor]waarden en levenswijze, zelf ge­ko­zen interesses en be­zig­he­den, en zelf gevormde  opvattingen en presentatie van dat alles. 

Groepsrecht    Op voorwaarde van zichzelf en anderen niet beschadigen heeft ieder individu het recht om sa­men met anderen een familie, groep, organisatie, cultuur of partij te vormen en als zodanig, als groeps­iden­ti­teitnaar buiten te treden, mits.. op vrij­wil­li­ge ba­sis en de grond­rechten van ieder in­di­vi­du af­zon­der­lijk niet wor­den aan­ge­tast en de rechten van an­de­ren niet wor­den geschonden. [Door – al dan niet via [het traject] ma­ni­pu­la­tieher­sen­spoe­ling, dwang, [en/­of] on­der de noemer 'de­mo­cra­tie', of­te­wel 'zelf' ge­ko­zen – op basis van een 'samen staan staan we sterk, sa­men kunnen we anderen verslaan' motief, een recht-van-de-sterkste meer­der­heid te creëren.]. 

Informatierecht     Zowel op voorwaarde van zichzelf en anderen niet be­scha­di­gen, als op voorwaarde van iden­ti­teits­recht en be­scher­mings­recht, heeft ieder indivi­du­ het recht op die in­for­matie die hij of zij wil of noodzakelijk acht, en/of wil verstrekken; al dan niet in het belang van het creéren en in stand houden van zichzelf en anderen niet be­scha­di­gende in­di­vi­du­en en een dito wereld-maat­schap­pij. Het is de ver­ant­woor­de­lijk­heid van ieder individu en groep zelf om te on­der­zoe­ken in hoeverre deze informatie op verifieerbare feiten berust en in hoeverre op ver­on­der­stel­lin­genin­ter­pre­ta­ties, ma­nipulaties, en  fan­tasie of leugens. 

Beschermingsrecht    Op voorwaarde van zichzelf en anderen niet, dan wel zo min mogelijk te be­scha­di­gen, heeft ie­der indivi­du­ het recht om zowel zichzelf als anderen te beschermen als zij in gevaar komen. Het is de ver­ant­woordelijkheid van ie­de­re individu zelf om alert te zijn voor en, het als het even kan, voorkomen van mogelijke risico's, natuurgeweld, agressieve re­ac­ties en calamiteiten. 

 

afbeelding van Elze

4.1.2. Basisregels

Rechtvaardige 'verkeersregels'.    Een intrinsiek gemotiveerde identiteit geworden zijn [zie 2.3] is een peuterstap vergeleken bij ex­trin­siek zo zorg­vul­dig af­stem­men, dat zowel jouw eigen identiteit als dat van anderen geen geweld aangedaan wordt. Zowel op de kor­te als de lange termijn. Daarom zijn er ooit, lang ge­le­den, maat­schap­pe­lij­ke ver­keers­re­gels ontstaan. Kijk maar eens naar ons kosmische voorbeeld, naar alle bewegingen in ons planetaire stelsel en al die meteorieten die in de ruimte rondzweven en als een val­len­de ster [= lichtflits] op onze en andere planeten terecht komen. Als iedereen vrij zijn of haar gang wil kun­nen gaan zonder an­de­ren te be­schadigen of be­scha­digd te worden, zijn er ver­keers­re­gels nodig en ruimte en zelfsturingsmogelijkheden om van je koers af te wijken als een ander loodrecht op je af komt, omdat-ie zichzelf niet wil of kan (bij)sturen. Uit kinderlijke onwil, mentaal en/of fysiek onvermogen, of omdat hij/zij intrinsiek geen zelfstandig zelf­stu­ringsprogramma [meer] heeft, en als een zombie extrinsiek aan­ge­stuurd wordt door egoïs­ten en cul­tu­ren die er een levend com­pu­ter­spel van ge­maakt hebben om an­deren te dirigeren in de rich­ting die zij wensen. Om te voorkomen dat een identiteit zijn of haar zelf­stu­rings­ca­pa­ci­teit verliest en als een ge­vallen 'ster' zichzelf en anderen meteoritisch laat beschadigen, de grond in boren en/of met een opviegend [me­te­o­rieten] ver­mo­gen opzadelt, dient al­le re­gelgeving ge­ba­seerd te zijn op recht-vaar­dig­heid. En dus op gezamenlijk be­paalde 'ver­keers­re­gels' die waar nodig gezamenlijk worden gewijzigd. En dus op in­trin­siek aan­ge­stuur­de iden­ti­tei­ten die weten hoe je je let­ter­lijk en figuurlijk moet voort­be­we­gen zon­der in aanvaring te ko­men met anderen. Die weten hoe je moet voorkomen dat je een spookrijder wordt. Die weten hoe je veilig en recht­vaar­dig van je koers kunt af­wijken als an­deren een conflict uit­lokken door je als een spook­rijder tegemoet te treden. Zon­der men­taal en fy­siek uit je recht­vaar­di­ge balans te raken, je intrinsieke doel uit het oog te ver­liezen of in aan­va­ring te komen met een derde. 

Respect voor persoonlijke grenzen.    Uit divers wetenschappelijk onderzoek is gebleken dat iedere identiteit een minimale ruimte om zich heen nodig heeft om zich vrij en veilig te kunnen bewegen en te ont­wik­ke­len. In 'The Hidden Dimension' geeft de antropoloog Edward T. Hall aan wat de minimale gren­zen zijn die dier en mens no­dig heb­ben:  

a)
Intieme ruimte – dichtbij:
tastbaar
 
b)
Intieme ruimte – veraf:
6 – 18 inch
[15,24 – 45,72 cm]
c)
Persoonlijke ruimte – dichtbij:
1,5 – 2,5 voet
[45,72 – 76,2 cm]
d)
Persoonlijke ruimte – veraf:
2,5 – 4 voet
[76,2 – 121,92 cm]
e)
Sociale ruimte – dichtbij:
4 – 7 voet
[121,92 – 213, 36 cm]
f)
Sociale ruimte – veraf:
7 – 12 voet
[213,36 – 365,76 cm]
g)
Publieke ruimte – dichtbij:
12 – 25 voet
[365,76 – 762 cm]
h)
Publieke ruimte – veraf:
> 25 voet
[> 762 cm ]

Hall beschrijft wat de agres­sie­ve en vernieti­gen­de ge­vol­gen kunnen zijn als we ons in on­ze in­trin­sie­ke en incentrieke iden­t­iteits­­ruim­te en zelfbe­stuur bedreigd voelen. Of­wel omdat we ons als deelsysteem van een ex­trin­siek be­stu­rings­sy­s­teem op­nieuw moeten ordenen ter­wille van nieuw­ko­mers, of­wel om­dat an­de­ren let­ter­lijk en/of fi­guur­lijk te dicht bij of te ver van ons af aan gaan staan, ofwel om alles tegelijk. Om on­no­di­ge frus­tra­ties en botsingen te voor­ko­men houden we, wat betreft de omgang met elkaar, de woon- en leef­om­ge­ving, de sa­men­le­ving als geheel, en de inrichting van de aarde inzake de verdeling van de ruimte voor mens, dier en natuur, rekening met de per­soon­lij­ke grenzen, zo­als ge­for­mu­leerd in bovenstaand on­der­zoek van Ed­ward T. Hall. 

Inzicht geven in oorzaak en gevolg.    Rechtvaardige regelgeving is gebaseerd op in­trin­sie­ke kennis van recht en krom. Zonder intrinsieke ken­nis van recht en krom geen intrinsieke recht­vaar­dig­heid. Laat staan extrinsiek. Pas als je in­trinsiek weet wat rechte en kromme wegen en redeneringen zijn kun je nadenken over goed en kwaad. En pas als je hebt nagedacht over goed en kwaad, als je goede en kwade ele­menten in­trin­siek hebt gesorteerd, kun je in­cen­trie­ke keuzes maken. Keuzes die zowel in­trin­siek voor jezelf als extrinsiek voor anderen gevolgen hebben. Keuzes die jouw een ex­cen­triek ge­zicht geven; dat ben jij: jouw incentrieke keuzes, gebaseerd op jouw intrinsieke af­we­gin­gen van goed en kwaad, van recht en kromme af­we­gin­gen, ar­gu­men­ten en keuzes. Om die reden dient al­le re­gel­ge­ving erop gericht te zijn:

  1. mensen bewust te maken van het verschil tussen intrinsieke motivatie zonder rekening te hou­den met an­de­ren en intrinsieke motivatie met begrip voor en erkenning van de behoeftes en rechten van an­deren. En meer nog, van de ge­vol­gen van beide op korte en lange termijn.

  2. mensen te wijzen op hun intrinsieke denkproces en extrinsieke handelwijze en me­de-­ver­ant­woor­de­lijk­heid ten aanzien van de wereld-maatschappij.

  3. op rechtvaardige wijze assertief grenzen stellen aan egoïsme en korte termijn denken.

  4. humane inzichten, ontwikkelingen en informatie ruim baan te geven en te stimuleren. 

Humane vooruitzichten voor iedereen.  De weg naar humane voor­uit­zich­ten voor iedereen begint bij ieder mens per­soon­lijk. Met in­di­vi­du­eel je gren­zen [leren] kennen, weten waar jouw macht op­houdt en die van de an­der begint en dat ac­cep­te­ren.

  1. Als je uitgangspunt niet be­scha­di­gend is en je zelf­be­scher­ming op rede ge­fun­deerd heb je een goede basis om jezelf te ontwikkelen zoals jij wil.

  2. Pas als je afstand kunt nemen van onredelijke denkbeelden ben je in staat je sen­so-­mo­to­risch te fo­cus­sen op al het positieve om je heen.

  3. Je bent pas werkelijk bevrijd van schadelijke invloeden uit verleden en heden als je de historische patronen doorziet en deze humaan doorbreekt.

  4. De grote uitdaging voor ieder mens is en blijft om – al dan niet in een mooie façade ver­pak­te - be­scha­di­gers, en be­scha­di­gin­gen en beschadigend gedrag in jezelf en anderen, te blij­ven signaleren en daar, zo­veel als mo­ge­lijk, niet be­scha­di­gend, maar wel as­ser­tief, zelf­be­scher­mend op te blij­ven re­a­ge­ren.

afbeelding van Elze

4.1.3. Basisstructuur

BASISPRINCIPES: Humane rechten voor iedereen, mens, dier en natuur.

  1. Belangrijkste principe: Het eerste en belangrijkste ba­sis­prin­ci­pe is jezelf en anderen niet – dan wel, in het kader van zelf­be­scher­ming en elkaar beschermen, zo min mogelijk – be­scha­di­gen.

  2. Eén-na-belangrijkste principe: Op dit eerste basisprincipe zijn de basisrechten van mens, dier en natuur, zoals geformuleerd in 4.2.1, ge­ba­seerd.

  3. Twee-na-belangrijkste principe: Alle andere re­gel­ge­ving zijn on­der­ge­schikt aan bo­ven­ge­noem­de ba­sis­prin­ci­pes.

  4. Drie-na-belangrijkste principe: De rechterlijke macht ziet toe op de naleving ervan.

STAATSVORM: Federale republiek op we­reld­schaal.

  1. Hoogste orgaan: VN = Planetair ni­ve­au / wereld

  2. Eén-na-hoogste orgaan: Staten = internationaal ni­ve­au / werelddelen.

  3. Twee-na-hoogste orgaan: Deel­sta­ten = nationaal ni­ve­au / landen

  4. Drie-na-hoogste orgaan: Stadstaten = lokaal niveau / regio's.

BESTUURSVORM: Humane de­mo­cra­tie [hu­ma­no­cra­tie]. Bestaat uit In­+­Di­rec­te de­mo­cra­tie

  1. Hoogste orgaan: Po­li­tiek Recht

  2. Eén-na-hoogste orgaan: Direct gekozen Fe­de­raal Par­le­ment [wetgevende macht]

  3. Twee-na-hoogste orgaan: Niet-­Bin­den­de Re­fe­ren­da [adviserende macht]

  4. Drie-na-hoogste orgaan: Besturende Macht [uitvoerende macht]

  5. Vier-na-hoogste orgaan: Ondersteunende macht [macht overheidspersoneel]

RECHTSPRAAK: Humane rechtspraak voor iedereen, mens, dier en natuur.

  1. Belangrijkste uitgangspunt: We hebben allemaal het recht op zelf­be­schik­king en zeg­gen­schap over ons­zelf, en spreek­recht, maar dan wel op voor­waarde van zorgvuldig af­stem­men, zonder je­zelf en an­de­ren te be­scha­di­gen.

  2. Eén-na-belangrijkste uitgangspunt: Recht-vaardig zijn is intrin­siek – of­te­wel zonder dat een ander je daar­op moet wij­zen; van­uit je ge­ne­tisch meegeleverde en van binnen uit ont­wik­kel­de recht­vaar­dig­heids­ge­voel - be­wust-zijn hoe je op re­de­lij­ke, eer­lij­ke, on­om­koop­ba­re en be­trouw­ba­re wijze kan roeien met de mo­ge­lijk­he­den en vaar­digheden die [wel] tot je be­schik­king staan, en daar extrinsiek naar kan handelen, zonder jezelf en/of anderen tekort te doen of te be­scha­di­gen.

  3. Twee-na-belangrijkste uitgangspunt: Ieder mens moet leren in iedere omstandigheid op eigen recht­vaar­dig­heidsgevoel en ver­ant­woor­de­lijk­heids­be­sef te kunnen bou­wen. En dus leren het zelf­be­schik­kings­recht en de iden­ti­teits­gren­zen van zich­zelf en an­de­ren te res­pec­te­ren. En dus leren zichzelf en/of an­de­ren blokkerend of beschadigend gedrag niet te to­le­reren en op recht­vaar­di­ge wijze af te ­weren. En dus leren wat goed en kwaad is en rechte en krom­me rede­ne­rin­gen zijn. Hoe vroeger hoe beter maar beter laat dan nooit.

  4. Drie-na-belangrijkste uitgangspunt: Ieder mens heeft ten alllen tijde recht op de nood­za­ke­lij­ke rechts­be­scher­ming, daar waar hij of zij niet in staat is om dat op redelijke wijze zelf te doen.

afbeelding van Elze

4.1.4. Basisinformatie

Om een rechtvaardige, democratische samenleving te waarborgen wordt een waar­heids­ge­trouwe en onaf­han­ke­lij­ke infor­ma­tie­voor­ziening gereguleerd en door alle wereldburgers gecontroleerd en gewaarborgd.  

De informatievoorziening op internet is – op voorwaarde van niet beschadigen van zich­zelf en anderen – toe­gan­kelijk voor iedereen.

Iedereen heeft recht op inzage in alle documentatie die hem- of haarzelf aangaat.    

Relevante informatie achterhouden ten gunste van zichzelf en bepaalde groepen, organisaties en overheden en ten nadele van anderen [verborgen agenda's en achterkamertjespolitiek] zijn beschadigend en on­de­mo­cra­tisch en dus on­toe­laat­baar. Te denken valt aan:

  1. Politieke, wetenschappelijke, cul­tu­re­le en be­drijfs­in­for­ma­tie die gevolgen heeft voor de veiligheid van de aarde en haar be­wo­ners.

  2. Politieke, wetenschappelijke, cul­tu­re­le en be­drijfs­in­for­ma­tie die gevolgen heeft voor de volks­ge­zond­heid van ie­der­een, dan wel van bepaalde groepen.

  3. Politieke, wetenschappelijke, cul­tu­re­le en be­drijfs­in­for­ma­tie die gevolgen heeft voor de democratie en in­spraak van we­reldburgers.

  4. Politieke, wetenschappelijke, cul­tu­re­le en be­drijfs­in­for­ma­tie die gevolgen heeft voor de privacy van we­reld­bur­gers.

  5. Politieke, wetenschappelijke, cul­tu­re­le en be­drijfs­in­for­ma­tie die gevolgen heeft voor de individuele zeg­gen­schap van wereldburgers dan wel van bepaalde groepen.

  6. Politieke, wetenschappelijke, cul­tu­re­le en be­drijfs­in­for­ma­tie die gevolgen heeft voor de ont­wik­ke­lings­kan­sen van wereldburgers.

  7. Politieke, wetenschappelijke, cul­tu­re­le en be­drijfs­in­for­ma­tie die gevolgen heeft voor de par­ti­ci­pa­tie­rech­ten van wereldburgers, dan wel van bepaalde groepen.

  8. Politieke, wetenschappelijke, cul­tu­re­le en be­drijfs­in­for­ma­tie die gevolgen heeft voor de onderlinge af­stem­ming en samenwerking van wereldburgers.

Onderdeel: