U bent hier

3.1. Werk & zorg

afbeelding van Elze
Uitgangspunt: 

Vanuit het recht op zelf­be­schik­king en deelname aan een leefbare wereld, is ie­der indi­vi­du, naar ver­mo­gen, zowel ver­ant­woor­de­lijk voor de zorg voor zichzelf als, naar ver­hou­ding, me­de­ver­ant­woor­de­lijk voor de zorg voor een leefbare, zichzelf en anderen niet be­scha­digende wereld-maatschappij.  

afbeelding van Elze

3.1.1. Individueel verantwoordelijk

Volwassen zijn brengt vele verantwoor­delijk­he­den met zich mee. Allereerst moet je een woonplek zoeken, vinden en inrichten, en kle­ding, voeding en andere zaken kopen. Vervolgens moet je da­ge­lijks ko­ken en wekelijks wassen, schoon­ma­ken, klussen, tuinieren, en wat dies meer zij. En daarnaast heb je nog je maatschappelijke takenpakket. Dat be­te­kent dus voortdurend af­wegen en kiezen wat je wil, kan en eerst en later gaat doen en hoe je dat afstemt op je om­ge­ving en anderen. Want zodra je officieel vol­was­sen bent, ben je zelf ver­ant­woor­de­lijk voor de keuzes die je maakt en de manier waarop je die afstemt op an­de­ren.

Ook in vriend­schap­pen en relaties maak je keuzes. Keuzes waar je maar beter goed over na kunt denken want vriend­schap­pen en relaties aan­gaan schept namelijk ver­plich­tin­gen. Je bent in­ten­sie­ver bij de wil en bezigheden van de ander be­trok­ken en moet bei­de be­lan­gen goed afstemmen zonder elkaar te kort te doen.

  1. Een vriendschap of relatie aan­gaan met een egoïst be­te­kent een vriend­schap of relatie aan­gaan met ie­mand die alleen maar doet of wil doen wat hij of zij zelf wil.

  2. Een vriend­schap of relatie aan­gaan met een – al dan niet bewust strategische - conformist betekent een vriend­schap of relatie aangaan met ie­mand die zich als een kameleon spiegelt aan de omgeving en alleen maar wil wat voor hem of haar belangrijke anderen willen.

  3. Zelf geen zin hebben om rekening te houden met de wil van anderen maar wel een vriend­schap of relatie wil­len betekent dat van de ander verwachten dat ze zich spiegelen aan jouw wil. Oftewel, dat ze hun wil on­der­ge­schikt maken aan die van jouw. Wat betekent zelf onredelijke wensen hebben en van vriendschappen of re­la­ties verwachten dat ze die on­re­de­lij­ke wensen in­wil­li­gen. En daarmee zelf onredelijk worden, zowel ten aan­zien van zichzelf als naar jouw en anderen.

  4. Je wil – al dan niet bewust uit stra­te­gi­sche mo­tieven – on­der­geschikt maken aan [potentiële] vrienden, re­la­ties en anderen betekent jouw wensen [al dan niet bewust, al dan niet omdat je jezelf dat in je jeugd hebt aangeleerd, dan wel toe gedwongen bent] naar de achtergrond drukken en die van anderen op de voorgrond plaatsen. Wat betekent schadelijk zijn voor jezelf en on­de­mo­cra­tisch gedrag in de hand werken. En daarmee on­redelijk zijn, zowel ten aan­zien van jezelf als ten aanzien van anderen.

  5. Zelf niet redelijk zijn en vriend­schap­pen of relaties aangaan met mensen die ook on­re­de­lijk [willen] zijn be­te­kent, ofwel een [al dan niet verborgen] machtsstrijd aangaan over wie het meest onredelijk is of mag zijn, of­wel dealtjes sluiten over wie wanneer en hoe on­re­de­lijk mag zijn. In alle gevallen delft de redelijkheid het on­der­spit. 

Iedere volwassene is zelf ver­ant­woor­de­lijk voor de manier waarop hij of zij deelneemt aan de fa­mi­lie/­cul­tuur en we­reld/maatschappij. Ook als die egoïstisch, conformistisch, gewelddadig en [ma­ni­pu­la­tief] dic­ta­to­ri­aal is.

Iedere volwassene is zelf ver­ant­woor­de­lijk voor de gevolgen van zijn of haar keuzes. Ook als daar nauwelijks of niet over is nagedacht of [om wat voor reden dan ook] is nagedaan. Ook als we ons hebben laten beïnvloeden of ti­ran­ni­se­ren door familie en anderen. De consequenties van onze bewuste en onbewuste keuzes kunnen nooit en te nimmer afgewenteld wor­den op an­de­ren. Ook niet als we daar achteraf spijt van hebben.

  1. De consequentie van een vriend­schap of relatie aan­gaan met een egoïst betekent voort­du­rend met de wil van de ander re­ke­ning moeten houden zonder daar iets voor terug te krij­gen, want een egoïst is alleen ge­ïn­te­res­seerd in zich­zelf en zijn of haar prestaties, uiterlijk, wensen en te­leur­stel­lin­gen. Als die bepaalde din­gen niet wil of geen zin aan heeft doet hij of zij het ge­woon niet en laat dat 'gewoon' aan anderen over. Als die ander daar – al dan met met ar­gu­men­ten – [alsnog] gren­zen aan stelt, zich distantieert of de vriend­schap of relatie ver­breekt wordt de egoïst of­wel kwaad zo niet razend, ofwel zoekt on­mid­del­lijk een nieuw slachtoffer, ofwel chan­teert de ander[en] met zie­lig­heid, 'hulpeloosheid', zelf­medelijden en kwaadsprekerij ['kijk eens wat die an­der me heeft aangedaan'].

  2. De consequentie van een vriend­schap of relatie aan­gaan met een [al dan niet bewust strategische] con­for­mist betekent een vriendschap of relatie aan­gaan met een kameleon; je weet nooit wat de an­der zelf wil. Hij of zij doet de ene keer wat jij wil, de vol­gende keer wat zijn of haar familie wil, dan weer wat zijn of haar col­le­ga's en bazen wi­llen, dan weer wat zijn of haar [andere] vrien­den willen, dan weer wat verenigingen, religies, po­li­tie­ke partijen, cul­turen of de algemene con­for­mis­ten­opi­nie onder leiding van de media wil­len en zodra er kin­deren zijn, wat zijn of haar kinderen wil­len. Om ze allemaal tevreden te stellen maakt hij of zij er meestal een combinatie van en zegt dan ver­volgens dat dat zijn of haar identiteit is: doen wat anderen willen. En dan ver­volgens balen of klagen dat nie­mand rekening houdt met hem of haar, dat hij of zij zo druk is met doen wat een ander wil, dat hij of zij nooit doet wat hij of zij zelf wil, dat helemaal niet meer weet, of niet kan kiezen omdat er altijd wel iemand iets anders zou kun­nen willen.

afbeelding van Elze

3.1.2. Samen verantwoordelijk

Samen leven brengt allerhande taken en verantwoordelijkheden met zich mee. Zowel op persoonlijk vlak bin­nens­huis als op maat­schap­pe­lijk vlak buitenshuis. Als we de samenleving rechtvaardig en vredelievend willen maken zul­len we daar in het per­soon­lij­ke vlak binnenshuis mee moeten beginnen en daar maat­schap­pe­lijk naar moeten han­de­len, want de onderlinge afstemming thuis weer­spie­gelt zich in de maat­schapp­pij en andersom. Met andere woor­den, dat wat je intrinsiek wil, zul je extrinsiek moeten uitdragen. Zowel verbaal als nonver­baal, men­taal en fy­siek. [En dat niet verwarren met al die externe denk­beel­den die je in de loop der tijd ­ver­baal en non­verbaal ge­spie­geld hebt en op andere wijze ge­ïn­ter­na­li­seerd en ge­au­to­ma­ti­seerd].  

Samen leven betekent samen zorgen dat we ons, zowel ieder voor zich als samen, kunnen ont­plooi­en op de ma­nier die bij ieder van ons past. Dat geldt zowel op individueel niveau als op we­reld­schaal. Zoals de vele con­flic­ten op individueel en wereldniveau laten zien is dat zo mak­ke­lijk nog niet. Het vereist een logisch, redelijk, [zelf[­kri­tisch en empathisch denk­ver­mo­gen, de wil om de eigen pri­o­ri­tei­ten op redelijke wijze af te stemmen op die van an­de­ren en de as­ser­ti­vi­teit om dat ook van anderen te verwachten. Want anders creëer je, al dan niet onbedoeld, egoïs­ten en zich elitair ge­dra­gen­de groepen en culturen die denken er faraotische rechten op na te kunnen hou­den, en een he­leboel sla­ven, die het 'vuile werk' moeten op­knap­pen waar zijzelf geen zin aan hebben. 

Samenwonen wil zeggen dat beide partners ieder de helft van de huis-tuin-keukentaken op zich nemen. Als een van beiden geen zin heeft om bepaalde ta­ken uit te voeren en jouw daarvoor wil laten op­draaien, geef je daar – ge­steld dat je daar niet van gediend bent – zon­der de strijd aan te gaan of af te dwin­gen, verbaal je me­ning ­over en neemt daar, nonverbaal met afkeer afstand van. Zo nodig, als dit niet ver­an­dert, door de relatie te ver­bre­ken, want een relatie aanhouden met iemand die niet redelijk wil zijn of wor­den, of steeds allerhande uit­vluch­ten verzint, is een relatie aanhouden met een egoïstische per­soon­lijk­heid die een elitaire posiitie opeist en an­deren dicteert de ver­ve­lende kastanjes uit het vuur te ha­len. 

Samenwonen met kinderen betekent dat iedere ouder – in ieder geval de eerste drie levensjaren van ieder kind - mi­ni­maal twee werk­da­gen per week thuis blijft [dus gezamenlijk 4 da­gen per week]. De vijfde werkdag gaat het kind naar de creche, waar het de ge­le­gen­heid heeft ook met andere kinderen, een groep en andere volwassenen om te gaan. Van­af het derde jaar tot het zesde jaar gaat het kind geleidelijk aan meer naar de peuterschool kleu­ter­school]. De werk­zaam­he­den bui­tens­huis worden hierop afgestemd. Ook in de jaren daarna worden de taken bin­nen en buitenshuis zorgvuldig op elkaar afgestemd  

afbeelding van Elze

3.1.3. Maatschappelijke taken

Om de maatschappij te laten draaien moeten er allerlei taken worden verricht. Net als thuis zijn ook deze ta­ken niet altijd even leuk of interessant. Daar het – net als thuis – on­recht­vaar­dig en be­scha­digend is om de min­der leuke klussen aan anderen over te laten, wor­den ook de maatschappelijke taken zoveel mo­ge­lijk gelijk verdeeld; zoveel mogelijk op basis van inte­res­se, ca­paci­tei­ten en ver­ant­woor­de­lijk­heids­be­sef.    

Voor een aangenaam leven zonder ongezonde stress is een goede balans tussen werk, zorg en individuele ont­plooi­ing vereist. Om die reden wordt het werken in deeltijd zoveel mogelijk be­vorderd. Werkzaamheden worden zo­veel mogelijk in deeltijdfuncties geregeld. Waar maat­schap­pelijk noodzakelijk of gewenst kan men – al dan niet tij­de­lijk – meer werken.   

Iedereen heeft recht op minimaal 2 dagen per week werk. Waar mogelijk prettig en bij de wensen en ca­pa­ci­tei­ten passend werk.

Werkzaamheden kunnen worden verricht tegen betaling van standaard geld of vrijwilli­gers­geld. Standaard geld is dat geld dat gangbaar in omloop is [euro's, dollars, etc.]. Vrij­willigersgeld is een ver­ge­lijk­baar systeem dat dezelfde waarde heeft als de euro.   

Tijdelijke of vaste werkzaamheden worden op voorwaarde van niet beschadigen van zichzelf en anderen, schrif­te­lijk en/of mondeling vastge­legd en/of afgesproken en uitbetaald in stan­daard­geld of vrijwilligersgeld.   

Volwassenen worden economisch gezien als zelfstandigen zonder personeel. Voor alle werk­zaam­heden [op we­reld­niveau] geldt hetzelfde minimum uurloon van €15, – per uur. Bij twee dagen werken op basis van een uurloon van € 15,-- per uur verdiend men € 240,-- per week. Dit is [op basis van 50 weken] € 12000,-- per jaar. Samen met het basis-­in­ko­men`is dit een in­ko­men van € 24000,--. Samen met een dito werkende partner wordt dit een ge­za­men­lijk in­ko­men van € 48000,--. 

afbeelding van Elze

3.1.4. Gezondheidszorg

Daar waar mensen niet [meer] voor zichzelf kunnen zorgen en een helpende hand nodig is wordt alleen hulp gegeven als alles is geprobeerd en het echt niet meer lukt. 

Bij fysieke problemen moet steeds worden gekeken naar wat nog wel kan. Zo ook bij mentale problemen.

Veel mentale problemen hebben een fysiek oorzaak of gevolg en veel fysieke problemen hebben een mentale oorzaak of gevolg. De mees­te medici zijn echter nauwelijks geschoold in het verband tussen lichaam en geest en doen psy­cho­so­ma­tische klachten [ver­band tussen fysiek en mentale klachten] af als 'zit tussen de oren', 'gaat wel weer over'. Veel klachten zijn echter terug te voeren tot stress. Stress slurpt vitamines en mineralen en put mensen zodanig uit dat iedere lichaams­be­we­ging teveel wordt. Langdurige stress kan leiden tot allerlei aandoeningen. An­de­re eet- en leefgewoonten [anders omgaan met stressfactoren en een goede vitamine- en mineralenbalans] en re­gel­matig gezonde lichaamsbeweging blijken veel fysieke en mentale klachten in no-time te verminderen of op te heffen. Om medici [inclusief verpleegkundigen] in staat te stellen juiste ver­ban­den te trekken tussen mentale oor­zaak en fysiek gevolg en omgekeerd moeten psychologie en kennis van vi­ta­mi­nes en mine­ra­len, stress en leef­ge­woon­tes een veel belangrijker onderdeel uitmaken van de me­dische op­lei­dingen. In psychologische op­lei­dingen moe­ten vitamines en mine­ra­len, stress, leef­gewoontes en me­dische verbanden beter verankerd liggen. 

Op huisartsenposten moeten standaard een huisarts, psycholoog, voe­dings­des­kun­di­ge, fy­sio­therapeut en wijk­ver­pleeg­kundige aanwezig zijn [zie ook 1.3.1/2].

Onderdeel: