U bent hier

2.1 Structureren

afbeelding van Elze

We doen het wel 24 uur per dag: structureren. Bewust en onbewust zijn we uur-in-uur uit in de weer om alle binnenkomende- en uitgaande sig­na­len te de­tec­te­ren, definiëren, interpreteren, selec­te­ren en struc­tu­re­ren tot het ge­wen­ste systeem. Vraag is echter, het gewenste sys­teem van wie. Van onze historische familie-maatschappij, van ons he­den­daagse en toe­kom­stige zelf, of van de [al dan niet door ons gewenste] toe­kom­stige fa­mi­lie-maatschappij? Ter wille van wie struc­tu­reren we al die sig­na­len eigen­lijk, omwille van de ge­ne­tisch-­his­to­ri­sche fa­mi­lie­tra­ditie, en dus van de toe­kom­stige au­toma­tis­men van de fami­lie-­om­ge­ving, van ons heden­daag­se en toe­kom­stige zelf, ter wi­lle van al­les en ied­ereen, van het ver­le­den, heden en toekomst van ons­zelf en an­de­ren, of puur voor onszelf?

Stel je nou eens voor dat we een k-o(r)s(t)­m(os)ische familie­knoop van al­le ou­de en nieuwe sig­nalen hebben ge­maakt. Dat we alle in- en extrin­sie­ke sig­nalen op os­mo­tische wijze in een korst­mo­si­sche familie-identiteit hebben ge­knoopt. Met een Elek­tri­sche Lading blau­we exotoxine [= bacterieel naar bui­ten toe ­giftige] energiesig­na­len aan de schim­mELige bui­ten­kant en en­do­to­xi­nale [= bacterieel naar binnen toe giftige] aan de toxinale bin­nen­kant. Je komt van een blauw­bloe­di­ge ker­mis thuis als je denkt daar ge­lukkig van te wor­den. Met schimmELige zaadcelletjes neutrinaal straal­zwam­mend aan de fa­mi­lie-­maat­schap­pe­lij­ke buitenkant is het namelijk goed angsthazen van­gen. En die zetten ze, sa­men met een a(u)tomatisch tha­la­mi­se­ren­d pro­ton-­ei, ­gy­ru­saal neu­trona­li­se­rend aan de genetische bin­nen­kant om [zichzelf god­de­lijk – kwaad] te maken en [anderen verduiveld – goed] te breken.
Zo lij­ken ze we­lis­waar kern­achtig uitverkoren maar in de praktijk blijken ze be­hoor­lijk zy­go­tisch ge­quarkt. Vandaar dat die neu­tro­naal gekroonde angst­haas net zo in twee+één signalen is ge­deeld als dat tha­la­mi­sche pro­ton-ei, waar hij samen een kern­ach­tige ver­bin­ding mee vormt. Eén na­mens de fa­mi­lie-­maat­schap­pelijke bui­ten­kant en twee namens de gene­tisch-­ge­kern­de bin­nen­kant. Die wij als num­mer vier gluon­tisch bij el­kaar moeten zien te hou­den. Probeer dan maar eens zelf­stan­dig te in­ter­pre­te­ren en diri­ge­ren. Dat lukt je van je lang zal je leven niet. Die ex­trin­sieke sig­nalen uit die zaad­cel­lerig neutrina­lise­rende fa­mi­lie-­maat­schappij vergiftigen ons in­trin­sie­ke y-ei sig­naal uit de gene­tische historie namelijk zodanig met: 'je moet doen wat wij willen anders ben je a-sociaal', dat we nauwelijks nog on­der­scheid [kun­nen] maken tussen ex­trin­siek en int­rin­siek, als we daar gehoor aan pro­be­ren te geven. Laat staan tus­sen ei-­gen en vreemd en goed- en kwaad­aar­dig.

Want laten we wel wezen, hoe kun je nou zelf bepalen welk signaal voor­rang ver­diend en wel­ke je groepeert als goed en kwaad, als je in osmotisch evenwicht staat met een schim­mEL­ige bui­ten­wereld die overal neu­tri­naal doorheen fietst? Je staat toch niet neu­tri­naal tegenover iemand die geen ver­schil kent tussen mijn en dijn? Tegenover iemand die grenzenloos is? Daar word je toch zelf grenzenloos van. Hoe wou je nou bepalen waar je gren­zen liggen als je één wilt of moet zijn met een neutrinale omgeving en/of één bent met een genetische kern die één is met een grenzenloos ruim­te van anderen innemende fa­mi­lie-maatschappij? Hoe kun je nou bepa­len wat je eigen signaal is als jouw ruimte stelselmatig door het signaal van exo­to­xi­na­le ex­trin­sie­ke­lin­gen ingenomen wordt? Hoe weet je nou wat het signaal is van je ge­ne­ti­sche zelf als je genetische zelf een osmotische ver­bin­ding vormt met de omgeving?

Een excentrieke omgeving die incentriek steeds meer intrinsieke ruim­te in­neemt, om­dat ze in een osmotische verbinding staat met de rest van de ex­trin­sie­ke­lin­gen.

  • Dus geen privacy kent.
  • Dus geen ruimte heeft voor zich­zelf [want alles is van iedereen].
  • Dus zich on­be­langrijk voelt, want hoe be­lang­rijker iemand is, des te meer ruimte hij en/of zij inneemt volgens Edward T. Hall [zie 1.1 Signaleren, 5e alinea].
  • Dus dat onaangenaam vindt want die an­der heeft iets wat hij of zij niet heeft.

  • Dus ofwel het on­aan­ge­na­me ver­mijdt [zie Signaleren 1.1], ofwel kwaad wordt op alles en iedereen die zich be­lang­rij­ker voelt of is dan hij of zij [want alles is van ons allemaal].
  • Dus of­wel struis­vogelig niet meer ziet wat be­lang­rijk is [mijn en dijn], ofwel stin­kend ja­loers wordt op iedereen die ei­gen ruimte cre­ëert en beheert, zeker als het op zo­danige wijze gaat dat er geen reactie tussen te krijgen is.
  • Dus ofwel zich al­leen nog maar struis­vo­gelig be­zig­ houdt met onbelangrijke zaken en [voor hem of haar] aangename mensen, ofwel doel­be­wust de strijd aanbindt met dat wat belangrijk[er] en onaangenamer is.
  • Dus of­wel niet meer kan stop­pen met on­belangrijke dingen doen, ofwel continue strijdt om­dat er altijd wel iets of iemand be­lang­rijk[er] of onaan­ge­namer is.

  • Dus ofwel een on­be­langrijke spe­cia­list in on­belangrijk ver­maak wordt, ofwel een ­be­lang­rij­ke specialist in een be­lang­rijk­heids­strijd.
  • Dus ofwel een aangename ver­za­me­laar van onbe­lang­rijk ver­maak wordt, ofwel een on­aan­gename jager op al­les wat be­lang­rijk­[er] is.
  • Dus of­wel letterlijk en figuurlijk steeds meer [lijfs]­ruim­te no­dig heeft voor onbelangrijk ver­maak, ofwel letterlijk en fi­guur­lijk steeds meer jaagt op be­langrijke [hoofd]ruimte.
  • Dus ofwel het on­be­lang­rijke [let­terlijk en figuurlijk geen pri­vé­ruimte hebben en daardoor onbelangrijk zijn] ma­so­chis­tisch tot iets extrinsieks – en dus be­lang­rijk - opschroeft, ofwel het be­lang­rij­ke [let­ter­lijk en fi­guur­lijk veel pri­vé­ruimte heb­ben en daardoor 'be­lang­rijk' zijn] sa­dis­tisch als iets intrinsieks – en dus on­be­lang­rijk - afdoet.

  • Dus of­wel pri­vé wei­nig [hoofd]­ruimte heb­ben neu­tri­naal tot iets on­be­lang­rijks de­gra­deert, ofwel veel ge­zamelijke [lijfs]­ruim­te heb­ben a(u)­to­ma­tisch tot iets be­lang­rijks ver­heft.
  • Dus ofwel zichzelf hoof(d)s struis­vogelt in een te krappe stads­ruim­te, als iets on­be­lang­rijks, of­wel zichzelf lijfe­lijk po­si­tio­neert als be­lang­rijke vech­tjas in een excessieve plat­te­lands­ruim­te die op 'aan­ge­na­am' strijdende wij­ze is ver­za­meld, dank­zij een doel­be­wuste jacht op on­aan­ge­naam helder-­zien­den.

Want dat krijg je als je masochistisch struisvogelt dat het hoofd­doel is: in­trin­siek weinig tot geen privéruimte verzamelen en ex­trin­siek ge­za­men­lijk on­be­lang­rijke dingen doen met aan­ge­na­me mensen.

  • Dan moet je doel­be­wust ja­gen op be­lang­rij­ke zaken en onaan­ge­na­me men­sen en die op sa­distische wij­ze in een excentriek keurslijf struisvogelen, om­dat ze incentriek zoveel [ al dan niet hel­der­zien­de] hoofdbrekens hebben ge­kost.
  • Dan ben je ge­nood­zaakt doel­be­wust struis­vo­ge­lig sa­men te werken door je extrinsiek zaad­cellerig te positioneren als een uni­ver­sele vechtjas [en dus belangrijk] en in­trin­siek eicellerig als een unieke ho­ve­ling [en dus on­belangrijk].

Ie­mand die zich doelbewust met universele sig­nalen struisvogelig op de vlakte houdt en daarmee zygotische soortgenoten om zich heen verza­me­lt. Soort­ge­noten die, ge­stresst door te weinig [hoofd]­ruim­te, er hun lijf­spreuk van heb­ben ge­maakt om uni­verseel te jagen op al­les wat uniek is. Die strijd­lus­tig door­gaan met extrinsiek af­ te breken wat intrinsiek was op­ge­bouwd.

Want alleen als je jezelf ook in je eigen excentrieke voet schiet en voor het in­cen­trie­ke hoofd stoot hoor je erbij.

  • Ben je intrinsiek net zo ex­trin­siek doorgedraaid als de grenzelozen uit de om­ge­ving.
  • Ben je geen doel­be­wust ik plus een struisvo­gel-wij. Net als zij.

Met andere woorden, kijk uit wat en hoe je structureert. Voor je het weet zijn je intrinsieke en extrinsieke signalen omgedraaid. Zitten ­extrin­sieke ja­gers in­trinsiek jouw belangrijke signalen te verza­me­len en word jij ge­acht ex­trin­siek universeel te jagen op alles wat onbelang­rijk voor je is. Zijn jouw unieke signalen intrinsiek tot iets onbelangrijks gedegradeerd maar ex­trinsiek als uni­ver­seel belangrijk gerubriceerd.

  • Want een grenzenloze fami­lie-­maat­schap­pij is een neu­tri­na­le-­nooit-­ge­noeg. En als je grenzen stelt zijn ze hoogst be­le­digd en reageren ze zy­go­tisch dat zij sociaal zijn en jij niet, want zij we­ten van de neutrinaal ge­a(u)­to­ma­tiseerde prins en prinses geen a-narc(h)is­ten­kwaad. Zij weten hoe het moet, zo zijn ze immers god­de­lijk goed.
  • Want dat krijg je in een omgeving die geen onderscheid maakt tussen mijn en dijn. Die hangt als een donkere neutrinowolk om ons heen, sjeest met grote ar­ro­gan­tie door onze identiteit, structureert naar het uitkomt en ver­wacht dat wij dat neutronaal a(u)tomatiseren, en con­tro­le­ren.... op grenzen en ei­gen­waar­de.
  • Want daar houdt de neutrinale familiemaatschappij niet van. Die wil a-narc(h)istische groeps­waar­de want alleen zo tellen ze mee. En alleen als ze mee tellen zijn ze te­vree.

Om kort te gaan, je bent gewaarschuwd. Als je ervoor kiest om in een os­mo­tische verbinding te staan met een a-narc(h)istische fa­mi­lie-­maat­schap­pij mag je geen on­der­scheid meer ma­ken tus­sen de signalen van je­zelf en die van anderen. Ben je binnen de kortste keren ook onderdeel van één ge­ne­tisch sa­men­le­vend sig­naal.

Want dat zijn de con­sequenties als je erbij wil horen in een a-nar­c(h)is­tische fa­mi­lie-­maat­schap­pij.

  • Dan zijn hun signalen, jouw sig­na­len, hun be­hoeftes, jouw behoeftes, hun keuzes, jouw keuzes, hun [re]ac­ties jouw [re]­ac­ties, hun oor­deel, jouw oordeel.
  • Dan ben je één, de signalen van jezelf en ande­ren a-nar­c(h)is­tisch be­scha­di­gende, groeps­iden­titeit. Een k-o(r)s(t)­m(o­s)ische knoop.
  • Dan is hun identiteit, jouw iden­ti­teit... geworden.
  • Dan ben je weliswaar on­der­deel van een identiek wij, maar jouw ei­gen identiteit, jouw signaal hoort daar niet bij.

En als je dat niet wil, als je kiest voor een ei­gen identiteit met een eigen signaal, als je jouw grenzen op niet be­scha­di­gende wijze afbakent en die als zodanig - op niet be­scha­di­gen­de wijze – af­stemt op die van an­de­ren, word je a-narc(h)istisch voort­du­rend belaagd door een, jouw iden­titeit con­ti­nue proberen te beschadigende, [groeps]iden­titeit.

Dus...., zeg het maar, hoe structureer jij?