Waarom wil je wat je wil en doe je wat je doet? Waarom wil je het één en doe je het ander? Waarom doe je anders dan je wil en wil je anders dan je doet?
Om dat uit te vinden gaan we met de kennis van nu kijken naar de signalen van vroeger en nu. Daarvoor moeten we terug naar de bron van ons bestaan: de familie en omgeving uit onze jeugd en alles wat daarna kwam. Terug om te kijken in hoeverre we zelf iets geconstateerd hebben en in hoeverre we het eigen gemaakt hebben op basis van horen zeggen; van de waarnemingen en interpretaties van anderen. Kijken in hoeverre we struisvogelgedrag van anderen hebben gekopieerd en in hoeverre we daar een gewoonte van hebben gemaakt. In hoeverre we dat vandaag de dag nog steeds doen. In hoeverre we dat terwille van anderen – van de aloude familie-maatschappelijke verzamelaar van de jager [of de jager van de verzamelaar], of de verzamelaar en/of de jager – en in hoeverre we dat terwille van onszelf gedaan hebben en doen. Wat wilden we toen en wat willen we nu? Willen we dat überhaupt wel weten? Willen we wel geconfronteerd worden met de fouten, leugens en fantasietjes van onszelf en anderen? Of blijven we, net als vorige generaties, liever in platoonse illusies leven? Blijven we liever struisvogeltje spelen, onder het mom, wat niet weet, wat niet deert, zo hoor ik erbij, zo ben ik net als hij en/of zij en de rest?
Voor de liefhebber volgen hieronder diverse oefeningen en nadenkertjes op het gebied van signaleren en voorkeuren van onszelf en anderen.