Verwachtingen beoordelen | Positiviteit opbouwend | Negativiteit afbrekend | Negativiteit opbouwend | Positiviteit afbrekend | |
1a | Hoe beoordeel jij je verwachtingen* op korte en lange termijn t.a.v. jezelf? | ||||
1b | Hoe beoordeel jij je verwachtingen op korte en lange termijn t.a.v. anderen*? | ||||
1c | Hoe beoordeel jij de verwachtingen op korte en lange termijn van anderen t.a.v. jouw? | ||||
1d | Hoe beoordeel jij de verwachtingen op korte en lange termijn van anderen t.a.v. zichzelf? | ||||
2a | Hoe beoordelen anderen hun verwachtingen op korte en lange termijn t.a.v. zichzelf? | ||||
2b | Hoe beoordelen anderen hun verwachtingen op korte en lange termijn t.a.v. jouw en anderen? | ||||
2c | Hoe beoordelen anderen de verwachtingen op korte en lange termijn van jouw en anderen t.a.v. hun? | ||||
2d | Hoe beoordelen anderen de verwachtingen op korte en lange termijn van jouw en anderen t.a.v. jezelf? |
*verwachtingen en anderen zelf specificeren.
Door op gezette tijden stil te staan hoe jij en anderen jouw en hun verwachtingen op korte en lange termijn beoordelen, kun je je verwachtingen naar wens bijstellen.