Prioriteiten vaststellen | Eigen korte termijn | Eigen lange termijn | Anderen korte termijn | Anderen lange termijn | |
1 | Welke verwachtingen hebben je prioriteit? | ||||
2 | Welke verwachtingen zijn het belangrijkst? | ||||
3 | Welke argumenten heb je daarvoor?* | ||||
4 | Welke argumenten zijn het redelijkst? | ||||
5 | Welke argumenten voldoen aan je uitgangspositie? | ||||
6 | Welke argumenten voldoen aan je basisopstelling? | ||||
7 | Welke keuze is een voortzetting van oude familie- en omgevingsinvloeden? | ||||
8 | Welke overwegingen heb je voor de voortzetting van huidige familie- en gevingsinvloeden? | ||||
9 | Met welke keuze krijg je interne conflicten? | ||||
10 | Met welke keuze krijg je externe conflcten? | ||||
11 | Met welke keuze beschadig je [mentaal, fysiek, intellectueel, praktisch, relationeel, economisch, cultureel, politiek of anderszins] anderen? | ||||
12 | Met welke keuze beschadig je [mentaal, fysiek, intellectueel, praktisch, relationeel, economisch, cultureel, politiek of anderszins] jezelf? |
Keuzes maken | persoonlijk | relationeel | zakelijk | cultureel | |
1 | Welke keuze heeft je voorkeur? | ||||
2 | Wat zijn de voorwaarden? | ||||
3 | Waar kies je voor? | ||||
4 | Wat is je alternatief? |
*meerdere antwoorden mogelijk.
Door op gezette tijden stil te staan op grond van welke argumenten jij je prioriteiten bepaalt, en of die wel overeenkomen met je uitgangspositie en basisopstelling, kun je je prioriteiten en keuzes naar behoefte afbakenen en bijsturen.